Directeur zonder personeel
Het fabrieksterrein lag er uitgestorven bij. De joelende wind joeg door de hoge populierenbomen die de erfafscheiding vormden. Ik reed over een steenachtig pad die mij bracht tot een bungalow van net na de oorlog. Hier woonde de fabrieksdirecteur. Een man van midden veertig. Gescheiden en zijn twee zoons woonden bij hem. In het andere gedeelte woonde zijn moeder, een dame van in de zeventig, iel ogend, maar verbaal gaf ze blijk nog heel goed bij de tijd te zijn.
Ik betrad de woning en kwam terecht in een donkere woonkamer, groot van oppervlakte en door de ruimte gaf het meer de indruk dat ik mij in een sportkantine had begeven dan in een woonkamer. De eikenstoelen en grote eikentafel droegen bij aan dit horeca gehalte.
De fabrieksdirecteur riep mij toe vanuit zijn slaapkamer. Ik ging zijn donkere slaapkamer in waar hij in een groot bed lag met rondom een muur van kratten, groene kratten met goudgele inhoud. Joris was nauwelijks aanspreekbaar. Pas na tien minuten was hij zover om mij te woord te staan.
Ik kwam hier omdat de door de familie ingehuurde verslavingsarts hulp had ingeschakeld die dichter in de buurt was. De arts zelf kwam uit de regio Amsterdam. Twee uur rijden om hier in de grensstreek te komen. Joris vond mijn bemoeienis wel prima. We praten over zijn fabriek, die momenteel stil lag omdat deze fabrieksdirecteur een directeur was zonder personeel (DZP). Soms hielpen zijn zoons, maar zonder aansporing van hun vader kwam er weinig tot niets uit de handen van de zonen.
In de volgende bezoeken leerde ik de familie kennen en leek het er af en toe op dat het Joris lukte om minder te drinken en zijn werk weer op te pakken. Elke familie heeft zijn geheimen. Moeder dronk nog meer dan haar zoon. In de ruimte tussen het woongedeelte van Joris en haar woning zat ze van vroeg tot laat aan de wijn. De zus van Joris, een hoogblonde dame die in een cabrio rondreed, kwam vaak langs. De zonen waren echte Twentenaren die van uit gaan hielden van bier. De verhalen van auto’s die in het kanaal terecht waren gekomen op de huisreis vanuit een afgelegen dancing werden met smaak verteld.
Desondanks, vader was het probleem. De situatie verslechterde en we belegden een overleg met familie, de verslavingsarts en ik. Er moest iets gebeuren. De arts wist een goede opname plek in Duitsland. Een privé kliniek waar een directeur in complete anonimiteit kon worden opgenomen. Veel bellen, met als resultaat dat de cliënt diezelfde middag nog gebracht kon worden. De zus maakte ruimte in haar auto en pakte de koffer in. De directeur was tot niet meer in staat dan om te wachten tot hij kon instappen.
De rit er heen was goed verlopen en de zus had haar broer met goede zorg achter gelaten. Totdat ik werd gebeld door de zus dat haar broer niet op de juiste plek zat. Hij was niet opgenomen in een verslavingskliniek maar in een herstellingsoord. Hier was een goed voorzien restaurant aanwezig met een uitgebreide drankkaart. De directeur zat hier naar eigen zeggen wel goed, maar zag in dat hij hier nooit van zijn verslaving af zou komen. De verslavingsarts vanuit het Westen regelde een betere plek voor zijn patiënt. Een alcoholvrije omgeving. Toen kwam de detox en een herstelperiode pas goed tot zijn recht. De fabrieksdirecteur is bij thuiskomst, na een opname van een week of zes stapsgewijs weer aan de slag gegaan. Er kwam rook uit de schoorsteen en de man had zijn overall weer aan. Dat is niet ongebruikelijk bij directeuren zonder personeel.
Gerelateerd
- Blog: wij zijn Tactus
- Tactus in Beeld
- Tactus in Beeld
Geef een reactie