Eén is te veel
Tegenwoordig moet ik vaak met de trein, naar een stad een poosje verderop. Het is een half uur, en nog even fietsen. Maar zodra de trein door de weilanden glijdt, voelt het een beetje alsof ik op vakantie ben. Alsof ik loskom van de dagelijkse beslommeringen, ook al ben ik op weg naar een afspraak. Kleine kans dat er een bekende in de trein zit die me aanspreekt en de omgeving is een soort niemandsland. Ik zweef er alleen maar doorheen, ik hoef er niet te zijn, ik ken er niemand.
Vaak is de afspraak een cursus in de kliniek die ik sinds een tijdje samen met iemand geef. We proberen zo goed mogelijk uit te leggen waarom iemand zou moeten stoppen met drinken, snuiven, spuiten, slikken en ga zo maar door. We willen vooral handvatten geven. En praktische tips, over hoe je stoppen zou kunnen aanpakken. Bovenal willen we benadrukken hoe leuk en mooi het leven kan zijn zonder al die zooi, zeker als je kijkt naar het leven mét die zooi. Niemand wil verslaafd raken, niemand wil verslaafd zijn. Ik ben inmiddels honderden verslaafden tegengekomen en ik moet de eerste nog treffen die het tegenovergestelde beweert. En als het zou gebeuren zou het de verslaving zijn die het zegt, niet de persoon zelf.
Het lichte vakantiegevoel van in de trein verdwijnt al snel wanneer ik de kliniek binnenkom. De kliniek waar ik ruim een jaar geleden zelf nog zat. Het blijft onwennig om daar te zijn, in zo’n andere rol. In verband met het openbaar vervoer ben ik altijd ruim op tijd en wacht dan even in het halletje. Soms loopt er iemand voorbij die mij nog behandeld heeft. Die een heel ander persoon heeft gezien lijkt het wel, zeker in het begin van mijn opname. Het geeft me een raar gevoel. Ongemakkelijk, maar ook trots en blij. Ik zie aan hun gezichten dat ze blij zijn me zo te zien. En daar word ik weer blij van. Daarbovenop komt een gevoel van dankbaarheid, zij hebben er mede voor gezorgd dat ik uit die ellende ben gekomen.
Ik loop het lokaal binnen en de mensen vinden een plekje. De één rechts achterin, alleen maar voorovergebogen om goed te kunnen tekenen, de ander pontificaal voorin, met volle aandacht. Ieder zijn of haar manier. We beginnen altijd met een rondje, om van elkaar te horen hoe iedereen erbij zit. Daaruit vormen zich altijd wel gesprekken en onderwerpen, die al snel automatisch uitmonden in een thema. De klassiekers zijn onder andere ‘ik blijf sociaal drinken’, ‘alcohol blijf ik wel drinken want mijn probleem was drugs’ en ‘na een tijdje nuchter zijn, kan ik zo af en toe echt wel een biertje of wijntje nemen’. Zelf heb ik er talloze keren ook zo bij gezeten en precies zo gedacht. Nu moet ik mezelf inhouden, omdat ik weet waar het in negen van de tien gevallen op uitdraait als je eenmaal in een kliniek hebt gezeten: een nieuwe opname. Tenminste, als je geluk hebt en Magere Hein heeft niet op zitten letten.
De ellende is vaak ook nog dat het door schaamte en schuldgevoelens steeds langer duurt voor iemand aan de bel trekt, met alle rampzalige gevolgen van dien. En elke keer als iemand struikelt en terugvalt is het meer, heftiger, zwaarder en dieper dan de vorige keer. Nuchter worden gaat met vallen en opstaan, één stap naar voren en twee stappen terug, evenwicht proberen te bewaren op een slap koord met eronder een poel hongerige krokodillen die hopen dat je valt. En continu het bier, de wijn, de wiet, de coke, de GHB, de wat dan ook die schreeuwt ‘Neem me dan, neem me dan! Eentje kan echt geen kwaad, het is zo lekker! Een beetje maar, en het voelt weer als thuiskomen, baarmoedergevoel!’ Eén is te veel en duizend is te weinig, zoals regelmatig terecht gezegd wordt. Dat allemaal als een heerlijke mojito gemixt met een snufje ‘waarom zou ik nuchter blijven?!’.
Goeie vraag. De antwoorden zijn er natuurlijk in overvloed, maar in gebruik of nog maar net buiten gebruik klinken ze zo theoretisch, zo politiek correct en zo EO’erig dat ze vaak niet aankomen. De verslaving blijft verleiden, schreeuwen, fluisteren, en gaat door tot je buigt. Je bent verslaafd, tot slaaf geworden. De kettingen kunnen wel verbroken zijn, je bent vrij om te gaan en staan waar je wil maar in je hoofd ben je nog vastgebonden. Fantoomkettingen.
Ik moet denken aan één van de eerste keren dat ik mezelf liet opnemen. Ik was zo rond de 24 jaar oud gok ik en raakte in gesprek met een man van begin 60. Ik zie zijn gezicht nog vaag voor me: lang grijs haar en helderblauwe ogen. Ik deed lacherig en stoer en nonchalant over mijn opname. Hij liet me maar even en zei: ‘Denk maar niet dat dit je laatste opname is.’ Ik lachte hem vierkant uit, oprecht, als in een reflex. Onbeleefd, maar vanuit de bodem van mijn álles. Nu, 15 jaar later, en zoveel opnames en detoxes en ellende later, weet ik als geen ander dat ‘ie gelijk had. En hij wist het ook. Het leuke is wel: ik ben pas net onderweg.
Ik ben inmiddels gelukkig ook honderden mensen tegengekomen die van alle zooi af zijn. En ik moet de eerste nog treffen die beweert dat hun leven met alle zooi beter was. En als het zou gebeuren zou het de verslaving zijn die het zegt, niet de persoon zelf.
6 reacties op “Eén is te veel”
Geef een reactie
Gerelateerd
- Blog: wij zijn Tactus
- Tactus in Beeld
- Tactus in Beeld
Mooi en eerlijk geschreven, Tim.
Het doet me denken aan wat de Nederlandse schrijver en dichter Martin Bril ooit zei:
“Vooruit is niet altijd rechtdoor”.
Zoals altijd kijk ik uit naar je volgende blog.
Hoe mooi is dat, dat jij jouw ervaring en kennis in kan zetten om anderen te helpen?! Blijf dat vooral ook doen, want jouw eerlijkheid en kijk op zaken is ontzettend helpend!
En wat jammer dat ik alweer door jouw blog heen ben, moet ik weer een hele tijd wachten op de volgende.. 🙂
Bedankt, jullie berichtjes doen me goed!
Waarheid als een bus. Ik ben niet opgenomen maar zit in het begin. Vooral dat 1 vooruit en 2 weer terug.. maar nu weer vooruit
Zet ‘m op Pascalle! Als je maar vooruit blijft gaan uiteindelijk, blijf knokken!
Tim wat heb je een talent, ik kan alleen maar proberen me voor te stellen, hoe het moet zijn als je verslaafd bent of was, en jouw verhalen tegenkomt. Dat moet balsem zijn voor een kwetsbare ziel. Ik ben nog maar pas begonnen met lezen maar ik blijf je wel volgen nu. Want ook voor mij als hulpverlener zijn je verhalen waardevol. Dank voor je openheid en al het delen..Let’s all walk each other home 😉