Inpaktafel
Begin deze maand was het vier jaar geleden dat ik naar de kliniek ging voor een detox en een lange opname. Het ging erg slecht; de eerste week zat ik in een rolstoel. Volgens mij de tweede week ook nog, ik weet het niet meer precies. Het lijkt minder lang dan vier jaar geleden, althans, zo voelt het in ieder geval.
In de tijd na de kliniek heb ik me rot gewerkt om nuchter te blijven en mijn leven op te bouwen. Niet iedereen zal dat zo zien en dat is helemaal prima. Ik weet dat het zo was. In de tijd na ontslag, na zeven maanden opname, was het alsof ik in een mistig doolhof mijn weg moest vinden. Mijn spiergeheugen was vergeetachtig en ik weet nog dat ik contactloos betalen maar raar vond. Ik liep met grote ogen door de grote boze buitenwereld en deed alles maar gewoon alsof ik dat al mijn hele leven zo deed. Dat was ook zo, alleen voelde het nu als oefenen, en het voelde alsof iedereen dat aan me kon zien. Net als vroeger met gym zat ik in het andere team, maar het andere team was nu iedereen behalve ik.
Ik krijg weleens de opmerking dat ik trots mag zijn op wat ik in de tussentijd zoal heb opgebouwd, en dat vind ik heel fijn om te horen. Het lukt me alleen niet zo goed. Ik vind het lastig om stil te staan en me trots te voelen. Tevredenheid komt het meest in de buurt, maar geen probleem, daar teken ik voor. Soms denk ik weleens dat ik nog in een overlevingsstand zit, want ik kijk best vaak naar wat ik nog wil doen, of waar ik wil zijn. Gelukkig lukt het me steeds beter om tevreden te zijn en te genieten van het moment zelf.
Het is Sinterklaasavond terwijl ik dit schrijf. Ik vraag me af wanneer ik dat voor het laatst gevierd heb. Ergens rond 2013, denk ik. Of gevierd… Misschien heb ik een cadeau gekregen en iets cadeau gedaan. Mijn vader leefde nog, maar dat zou ruim vier maanden daarna anders zijn. Dit soort avonden blijft toch drukken op me. Ik fietste net naar de supermarkt en ik keek bijna alleen maar naar beneden. Alsof iemand met het puntje van zijn vinger mijn hoofd naar beneden hield. Geen seconde heb ik de moed gehad om ook maar een millimeter tegen die vinger in te gaan. Ik had me erbij neergelegd en aanvaardde mijn situatie, hier, op mijn fiets.
Ik reed langs een jongen en een meisje, ze waren hooguit 17. De ene fiets stond tegenover de ander en aan alles merkte ik dat er sprake was van verkering, of dat ze dat graag wilden. Maar waaraan ik dat precies merkte weet ik dan ook weer niet. Ik vroeg me af of ze niet thuis Sinterklaas moesten vieren, of dat ze dachten dat dat maar stom was en dat ze zo snel als het mocht van hun ouders naar buiten waren gegaan om bij elkaar te zijn. Misschien snapten hun ouders het ook wel, Sinterklaas kan natuurlijk niks tegen vroege liefdes inbrengen.
Misschien vierden ze het wel helemaal niet, dacht ik toen ik in de supermarkt een Toblerone pakte. Wie weet wat er speelt bij hen thuis, misschien zijn ze wel helemaal niet in de stemming om Sinterklaas te vieren. Of hebben ze dat nooit gedaan. Gekmakend eigenlijk, zoveel mensen en zoveel opties en scenario’s waarin hun leven zich zou kunnen afspelen. Ik vraag me af of een reep Toblerone genoeg is en pak voor de zekerheid nog chocoladepinda’s en pennywafels.
Ik loop naar de kassa’s en ineens neemt een grote fles glühwein mijn volledige blikveld in beslag. Gek hoe dat werkt, er zijn tientallen producten om me heen terwijl ik naar de kassa loop. Handig neergezet die fles, sowieso, maar toch. Ik besluit er verder niet over door te denken en ben blij als ik merk dat dat goed lukt. Het kassameisje zegt “Dankjewel” als ze mijn handscanner aanpakt en ik hoor mezelf zachtjes “Alsjeblieft” zeggen. Gek, ze hoort me nu ook gewoon, terwijl ik normaal een stuk harder praat. Dat is dus eigenlijk niet nodig, denk ik. Hopelijk krijg ik geen steekproef, want dan duurt het allemaal weer langer. “Dat is dan… €17” zegt ze en ik vraag me af of die ‘…’ komt omdat het eigenlijk €17,02 is maar toch €17, omdat de Jumbo aan afronden doet. Tevreden met dit kleine gelukje pin ik en zeg “Jij ook” nadat ze iets met “Avond” zegt. Alles drukt ietsiepietsie minder op me. Ik loop weg, kijk naar achter de kassa en denk meteen: shit, inpaktafel bezet.
Gerelateerd
- Blog: wij zijn Tactus
- Tactus in Beeld
- Tactus in Beeld
Geef een reactie