KFZ: wat betekent het?
KFZ staat voor kwaliteit forensische zorg. Het programma is in 2011 gestart om de kwaliteit van de forensische zorg te verbeteren. Het belangrijkste doel is verminderen van recidive. Verbetering bereiken we door samenwerking van de forensische organisaties; door onderzoek te doen, kennis met elkaar te delen en deze samen te voegen.
Vanaf 2013 is begonnen met het uitzetten van de zogeheten ‘calls’. Het KFZ zet gemiddeld 2x per jaar een ‘callronde’ uit. Een call is een onderzoeksthema op basis van een calltekst: dat is een concrete vraag uit het forensisch zorgveld en Programmacommissie KFZ stelt deze tekst op. Jij als geïnteresseerde bent uitgenodigd om op basis van een call een projectvoorstel in te dienen. Als een projectvoorstel wordt goedgekeurd (via een standaardprocedure van 5 stappen), kan je starten met implementatie.
Doorontwikkelen van bestaande producten
Naast het ontwikkelen van nieuwe producten ligt de nadruk van het KFZ nu vooral op doorontwikkelen van bestaande producten, het implementeren van de producten en daarbij ondersteuning bieden.
In de praktijk blijkt namelijk dat instellingen best hulp kunnen gebruiken bij implementatie. Daarom is er binnen het Programma KFZ een apart project dat zich hiermee bezig houdt. Hieruit zijn de Toolbox en de KFZ Quickscan voortgekomen. De Toolbox biedt ondersteunend materiaal aan de opgeleverde producten. De KFZ Quickscan biedt eerste hulp bij implementeren.
Drie implementaties van KFZ producten
Betreffende de forensische zorg heeft Tactus nu gekozen voor implementatie van 3 KFZ producten nl:
1. Schema Focus Therapie (SFT) voor de klinische zorg.
SFT gaat om het doorbreken van negatieve patronen die in het verleden zijn ontstaan en nu niet meer werken.
Leer deze herkennen, ga er bewust mee om en leer nieuwe patronen aan die wel werken in je dagelijks leven.
SFT loopt al een aantal jaar in de PRK; wat zijn de positieve effecten hiervan?
Laurie Kuijpers: “Sinds het werken met SFT lijkt het sneller en gemakkelijker om tot een bepaalde kern te komen waarmee we ook sneller de functie en betekenis van verslaving en delictgedrag in kaart hebben en hierop kunnen behandelen. De SFT ziet gedrag in termen van modi (kanten van een persoon) en niet als de gehele persoon zelf. Dit erg helpend om cliënten op een mildere manier te leren kijken naar hun gedrag. Daarnaast staan we met SFT expliciet stil bij alle modi (wij noemen het in de PRK kanten) van de cliënt die bijdragen aan middelengebruik en delictgedrag en lijkt SFT veel herkenning te bieden voor veel cliënten. De afbeeldingen die we daarnaast gebruiken van de verschillende modi versterken dit geheel.”
2. Helpers en Helden: Schema Focus therapie LVB voor de ambulante zorg.
De taal is helder en je werkt vooral met pictogrammen.
De eis is dat dit bij minimaal 50 % van de doelgroep ingezet wordt; hoe ga je dit bij de forensische poli’s van JusTact Apeldoorn en Zwolle bereiken?
Jitte Bastiaan: “Het is volgens mij niet zo dat het bij minimaal 50 % ingezet moet worden, maar dat we het in ieder geval uitgevraagd moeten hebben. Dus kunnen motiveren voor minimaal 50 % waarom zij wel of niet mee doen. Dat monitoren we nu door bij elk MDO bij de intake na te gaan of iemand mogelijk geschikt is. Het is inderdaad een gesloten groepstraining die al gestart is bij JusTact Apeldoorn en waarin er een schaduwtherapeut van JusTact Zwolle meedraait zodat we deze groep in het najaar daar ook kunnen starten.“
3. Ervaringsdeskundigheid voor de verblijfszorg.
Tactus werkt al met ervaringsdeskundigen en zij hebben een positieve invloed op de motivatie van de cliënt.
Zijn er verschillen tussen inzetten ervaringsdeskundige in de kliniek ten opzichte van inzetten in de woonvorm?
Jerry Bélanger: “Ik ben van mening dat één van de grote verschillen de manier van werken is. Binnen de kliniek is er de groepsdynamiek / het (groeps overstijgend) werken en de samenwerking met behandelaars en sociotherapie. Binnen het FBW (Forensisch Beschermd Wonen) is er een meer ‘solistische’ houding waarbij er directe sturing vanuit de manager plaats vindt. Het betreft een kleinere groep cliënten die er langdurig verblijven en er zal een meer individuele, nog meer op maat gesneden aanpak nodig zijn. Het motiveren van een cliënt aan het begin van zijn traject is net even anders dan aan het einde van zijn traject. De intrinsieke motivatie van de cliënt begint pas vaak te groeien gaande het traject. Hierin speelt de ervaringsdeskundige een ondersteunende en belangrijke rol. Vooral de voorbeeldfunctie van de ervaringsdeskundige kan dan net het verschil maken.”
Gerelateerd
- Blog: wij zijn Tactus
- Tactus in Beeld
- Tactus in Beeld
Geef een reactie