Verbinding stroomt
Mijn eerste gedachte bij het woord verbinding, themawoord van vandaag, was een experiment van het kaliber ‘doe dit niet thuis’, waarvan ik ongewild getuige werd. Een man van tachtig, mijn cliënt, net geplaatst in een verpleeghuis, en zijn zoon wilde met alle geweld mij iets laten zien.
Het gesprek was goed verlopen en een luchtige afsluiting is altijd goed voor het contact. De zoon pakte een elektriciteitssnoer met aan de ene kant de stekker en aan de andere kant twee ontblote polen. De oude man, zittend in een rolstoel pakte routineus de beide uiteinden vast. In elke hand één. Ik was overdonderd door dit op het eerste gezicht onschuldige schouwspel. Toen de zoon richting stopcontact liep, begon ik hem te knijpen. Rechtsomkeert maken zou ongetwijfeld als laf worden gezien.
“Ho, dat kan niet”, moet het verschrikt uit mijn mond hebben geklonken. Ik was oprecht overdonderd en vastbesloten geen getuige te worden van het levenseinde van mijn oude cliënt. Ik liep de kamer al uit maar de zoon was sneller met de stekker en een lichte schok ging door de oude man heen. “Goed voor zijn hart”, zei de zoon met een grijns op zijn gezicht. “We doen dit dagelijks.” Op dat moment was er zeker verbinding. We hebben iets gedeeld wat ik tot de dag van vandaag bizar blijf vinden.
Begin dit jaar was ik opeens patiënt. Ik mocht parkeren op het parkeerterrein van een instelling bij het bordje waar mijn rol duidelijk op stond: patiënt. Wat vond ik achteraf het belangrijkste dat ik hier kreeg? Gehoord worden, erkend worden, dat mijn klachten er zijn en dat dit pijnlijk en vermoeiend is. Ze hebben hier met deze klachten ervaring. Ik was niet de eerste die hier kwam. Ze konden mij helpen. Kortom, ik was op de plek waar ik moest zijn. Ik hoop altijd dat mensen bij wie ik kom en die ik weliswaar niet aanspreek als patiënt, zich gehoord voelen en dat ze ook het idee krijgen dat er iemand bij hen is gekomen die weet waar hij het over heeft en iets kan doen.
Zorgmijders, al dan niet zorgwekkend, zijn mensen die vaak ook gewoon aandacht willen. Zeker, soms is het een hele toer om iemand te zien en te spreken. Die deur die bij elk bezoek hermetisch gesloten blijft. Eenmaal binnen, of staande half in de deuropening, begint een gesprek. Het blijft mij toch elke keer oprecht verbazen hoeveel persoonlijke dingen mensen in die eerste minuten al met mij delen. Een zorgmijder kan lange tijd behandeling mijden maar wil wel contact met mij houden. En als dat contact even hapert, krijg ik er van langs. Pas geleden had ik een week vakantie en ik was vergeten om een cliënte, een vrouw van middelbare leeftijd te zeggen dat ik er komende week niet was. “Schandalig”, appte zij mij in de vakantieweek. “Dat zij niet wist dat ik er niet was”. Gelukkig is dit later besproken en is de lucht geklaard. Gelukkig kan ik dingen vergeten zonder dat het contact wordt verbroken.
Waar ik maar mee wil zeggen dat er ook naar mij wordt uitgekeken als ik, als bemoeizorger, ergens wordt verwacht. Vorige week vertelde een man, die mij had horen bellen en kloppen op het voorraam, het zijraam en een schaduw voorbij had zien lopen via dit zijraam, zonder de deur te openen, dat ik de volgende keer gewoon de achterdeur mocht opengooien en ‘volk’ moet roepen. “Zo doen we dat op het platteland. Nou ja plat”, voegde hij lachend aan toe. De man woont aan de voet van de Sallandse heuvels. Na drie jaar kan ik gewoon doorlopen via de achterdeur. De verbinding is gemaakt.
Gerelateerd
- Blog: wij zijn Tactus
- Tactus in Beeld
- Tactus in Beeld
Geef een reactie